top of page

Jozef, de genderqueer dromenuitlegger

[Dit artikel schreef ik in opdracht van de Vereniging voor de Studie van Dromen en hun magazine 'Droomjournaal', dat bij elke editie een ander thema uitlicht. Het thema voor deze editie was gender.]


Ga ik in een magazine met gender als speciaal thema uitgerekend een Bijbelverhaal over een man uitlichten? Ik vrees van wel. Gesprekken over gender en feminisme schijnen terecht vaak een licht op onderbelichte vrouwen, daarvan zijn er zat in de Bijbel. Ik geloof echter dat deze gesprekken incompleet zijn als we niet ook op een kritische, transformatieve manier naar mannen en mannelijkheid kijken. Dat gebeurt nog te weinig. Zeker in christelijke culturen waar God steevast een man is - en het mannelijke dus goddelijk en superieur - en de dominee dus een man (die als een echte man alle antwoorden heeft), is een bredere interpretatie van mannelijkheid nodig. Het verhaal van dromer Jozef (die uit het Oude Testament, niet Jozef van Maria) leent zich goed voor een queer lezing. Het is bovendien een verhaal waarin de thema’s gender en dromen elkaar op een spannend kruispunt tegenkomen.


Jozef fascineerde mij als dromerige, queer domineeszoon op manieren die ik met terugwerkende kracht beter begrijp. Jozefs vader Jakob noemt Jozef heel ondiplomatiek zijn favoriete zoon en hij geeft hem een veelkleurige jurk, tot ergernis van Jozefs tien oudere broers. Jozef is het jonge broertje in een gezin van stoere mannen: schapenhoeders in Kanaän, die de dag buiten doorbrengen op het land. Jozef heeft levendige dromen die hij graag aan zijn broers vertelt. Zijn dromen worden niet gewaardeerd: dromen is natuurlijk het tegenovergestelde van hard werken op het land. Dromen is iets voor zachtaardige, gevoelige types, die in contact staan met het hoge, het spirituele. Jozefs broers kunnen er helemaal niks mee, hun leven speelt zich af op de vieze grond, met hun voeten in de schapenpoep.


Jozef droomt dat hij met zijn broers schoven bindt op het land. Jozefs schoof gaat rechtop staan. De schoven van zijn broers staan eromheen en buigen voor de schoof van Jozef. Later droomt hij dat de zon, de maan en elf sterren voor hem buigen. Jozefs broers kunnen hem niet uitstaan: hun haat richting hun jonge broertje met zijn pretentieuze dromen loopt zo hoog op, dat ze hem op een dag met geweld in een put gooien. Het lijkt wel alsof de broers Jozef met deze actie uit de dromerige hoogte willen halen en hem zo laag mogelijk willen krijgen: bij de grond, of zelfs eronder, diep in een put. Droom jezelf daar maar eens uit. Als er vervolgens Midjanieten in een karavaan op weg naar Egypte langskomen, verkopen de broers hem als slaaf. De jurk die Jozef van zijn vader kreeg scheuren ze in stukken en besmeuren ze met bloed, om hun vader te laten geloven dat Jozef vermoord is door een wild dier.


prinsessenjurk


Jozef wijkt in alles af van de mannelijke stereotypes in zijn familie. Sterker nog: er zijn interpretaties van zijn verhaal die betwijfelen of hij überhaupt een man was. Jozef krijgt van zijn vader een bijzonder cadeau: een veelkleurige jurk, de beroemde Technicolor Dreamcoat. In de Hebreeuwse grondtekst staat: ketonet passim. Ketonet duidt op een kledingstuk: zoiets als een mantel of een jurk. De exacte betekenis van passim is onduidelijk, maar het woord komt in één andere tekst in de Bijbel voor, in 2 Samuel 13, het verhaal van Tamar. Daar wordt het kledingstuk omschreven als een ‘jurk voor maagdelijke prinsessen’. Een prinsessenjurk: dat is het cadeau dat Jakob aan zijn favoriete zoon geeft.


Was Jozef een jongen die graag prinsessenjurken droeg? Of was Jozef een meisje, iemand die we tegenwoordig transgender zouden noemen, en was dit cadeau een liefdevol, genderbevestigend geschenk van haar vader? We hoeven deze vragen niet te beantwoorden, maar laat me ze in elk geval stellen. Het is hoe dan ook een bijzonder kledingstuk, zeer ongeschikt om schapen in te hoeden, lijkt me. Een queer of trans lezing van het verhaal geeft de acties van de grote, stoere broers bovendien een heel nieuwe dimensie. De afgunst, de poging om Jozef te vermoorden en het fanatiek verscheuren en besmeuren van de jurk: misschien kwam het allemaal voort uit een transfobe haat richting de afwijkende, dromerige, vrouwelijke Jozef. In de kinderliedjes uit mijn jeugd werd Jozefs jurk gereduceerd tot een kleurrijke jas, waarbij het spannende genderaspect werd uitgewist. Jozefs queerness was in mijn jeugd al net zo taboe als onder zijn broers.


de jurk als symbool


Als we Jozefs vader Jakob beter leren kennen, krijgt het cadeau nog meer betekenis. Jakob is de derde man in een iconisch, oudtestamentisch rijtje: hij is de zoon van Isaäk, die weer de zoon is van aartsvader Abraham, de ultieme patriarch. Dat zijn nog eens grote mannenschoenen om te vullen. Maar Jakob was, net als zijn zoon Jozef, alles behalve een typische man. Jakob had een oudere tweelingbroer, Esau, die in alle beschrijvingen juist wel het stereotype is van een man. Esau is een testosteronbom: behaard, maar echt heel behaard, al vanaf zijn geboorte, zo staat er. Hij brengt het grootste deel van de dag buiten in de natuur door, waar hij wild vangt. Hij is de lieveling van zijn vader, Isaäk. Echte zoons brengen een groot stuk bloederig, rood vlees naar huis, na een lange dag hard werken op het land. Jakob daarentegen heeft een gladde huid en blijft graag bij de tent, lezen we, tussen de vrouwen en dichtbij zijn moeder Rebekka. Hij maakt een linzensoepje voor zijn broer, die het gulzig wegslurpt. Het contrast tussen deze tweelingbroers kan niet groter zijn.


Als hun vader Isaäk zijn oudste zoon Esau wil zegenen - de vaderlijke zegen is een belangrijk moment en exclusief weggelegd voor de oudste zoon - verzint moeder Rebekka een list. Ze laat Jakob de stinkende jagerskleding van Esau aantrekken en bedekt zijn gladde armen en hals met de harige vacht van geslachte bokjes. Zo wordt de oude, slechtziende Isaäk misleid en krijgt niet Esau maar Jakob de zegen. Vervolgens zag Jakob ongetwijfeld veel van zichzelf in Jozef en gaf hij zijn kind met een prinsessenjurk het ultieme cadeau. Daar waar hij zichzelf moest verkleden als een typische man om zijn vaders zegen te ontvangen, geeft hij zijn eigen kind Jozef alle ruimte om zichzelf te zijn. De jurk is een symbool: Jakob geeft Jozef de liefde en acceptatie die hij van zijn eigen vader niet kreeg.


in Egypte


Het verhaal van Jozef eindigt niet als hij als slaaf wordt verkocht. In Egypte wordt hij eigendom van Potifar, het hoofd van de lijfwacht van de farao. Jozef wordt op dit punt in het verhaal omschreven als ‘mooi om te zien’, een omschrijving die nauwelijks gebruikt wordt voor mannen in de Bijbel. De vrouw van Potifar laat haar oog op hem vallen en wil seks met ‘m. Jozef weigert beleefd, waarna de vrouw hem aanrandt en erin slaagt Jozef gedeeltelijk uit te kleden. Jozef rent weg, de vrouw blijft achter met zijn kledingstuk (net als Jozefs broers bij de put, trouwens). Het is wederom een ervaring met een interessante genderdynamiek: verhalen van vrouwen die mannen aanranden lezen we nu eenmaal minder vaak dan andersom. In sommige mannenkringen zou het zelfs gezien worden als de ultieme vernedering voor een man: echte mannen zeggen nooit nee tegen seks, en worden al helemaal niet in seksuele verlegenheid gebracht door een vrouw. (Complete onzin, natuurlijk.)


De vrouw van Potifar verzint een verhaal waarin de rollen omgedraaid zijn en beschuldigt Jozef van verkrachting. Zo belandt Jozef in de gevangenis, waar hij de wijnschenker en de bakker van de farao leert kennen, die ook vastzitten. Jozef maakt indruk door hun raadselachtige dromen, die de toekomst voorspellen, correct uit te leggen. De wijnschenker mag kort daarna uit de gevangenis en terug naar zijn rol als schenker van de farao. Als de farao ook betekenisvolle dromen heeft, herinnert de schenker zich Jozef. De farao nodigt Jozef uit om zijn dromen uit te komen leggen: ze gaan over zeven jaren aan grote oogsten en overvloed in Egypte die opgevolgd worden door zeven jaren van droogte en hongersnood. Om tijdens de jaren van schaarste niet te verhongeren, moet men verstandig omgaan met de overvloed uit de eerste zeven jaar, adviseert Jozef. De farao is diep onder de indruk van zijn wijsheid, haalt Jozef uit de gevangenis en promoveert hem tot onderkoning. In die rol wordt Jozef in extravagante, Egyptische glamour uitgedost: hij krijgt de protserige ring van de farao om zijn vinger, een gouden ketting om zijn hals en prachtige kleding. Ik stel me zo voor dat deze verkleedpartij de sentimentele Jozef herinnerde aan die keer dat hij van zijn vader een prinsessenjurk kreeg.


Egypte is dankzij Jozef het enige land dat anticipeert op de zeven ‘magere jaren’. Tijdens de hongersnood komen mensen uit alle buurlanden als klimaatvluchtelingen naar Egypte om graan te kopen. Zo ook Jozefs broers. Ze buigen voor Jozef, maar herkennen hem niet, misschien wel vanwege zijn uitbundige Egyptische make-up. Hij herkent hen wel, maar doet alsof hij ze niet kent. Als Jozef hen vals beschuldigt van diefstal en dreigt de jongste Benjamin voor straf tot slaaf te maken, ziet hij hoe de broers bereid zijn hun leven voor elkaar op te offeren. Jozef is ontroerd door hun liefde voor elkaar, barst in huilen uit en onthult snikkend wie hij is.


De farao nodigt Jozefs hele familie uit om in Egypte te komen wonen en Jozef overlaadt hen met geld, kleding en eten. Wanneer hun vader Jakob sterft, zijn de broers bang dat Jozef alsnog wraak zal nemen: blijkbaar kunnen zij zich niet voorstellen dat iemand zo vergevingsgezind en royaal is. In hun genadeloze mannencultuur geldt: oog om oog, tand om tand. Jozef stelt hen gerust en zegt: “Wees niet bang. Jullie hebben mij slecht behandeld, maar God heeft dat gebruikt voor iets goeds. Het heeft ertoe geleid dat ik jullie kon redden van de dood. Ik zal voor jullie zorgen en ook voor jullie kinderen.” Jozef doorbreekt het mannelijke geweld en kiest ervoor zijn familie in harmonie bij elkaar te brengen en voor hen te zorgen. Het lijken bijna moederlijke instincten.


rode draad


Jozefs affiniteit met dromen speelt een cruciale rol in het verloop van zijn verhaal. Alle dromen in dit verhaal - en Jozefs kunde om ze te interpreteren - zijn niet willekeurig: ze zijn een manier voor God om te communiceren met Jozef en het verhaal te sturen. God is er op de achtergrond altijd bij als regisseur en kiest voor de onwaarschijnlijke underdog als sleutelfiguur in zijn verhaal. Tegen alle verwachtingen in krijgt Jakob, niet Esau, de zegen van God. God geeft Jozef een centrale rol en maakt hem de belangrijkste van zijn broers, daar waar hij net zo goed Jozefs oudste broer Ruben had kunnen kiezen. Wat zegt dat over God?


Het zijn geen uitzonderingen, maar een opmerkelijke rode draad in de Bijbelverhalen uit mijn jeugd. Denk aan de kleine David tegen de reus Goliath. Gideon tegen de Midjanieten. Of Mozes die het als stotterende Hebreeër opneemt tegen de farao, en zijn tot slaaf gemaakte volk uit Egypte moet bevrijden. Jezus is de vleesgeworden antiheld, die zichzelf lijnrecht tegenover het establishment zet en aan het kruis ultiem wordt vernederd. God is geen koud marmeren standbeeld op een voetstuk in een tempel, maar een stervende, doodsbange man aan een kruis. Het zijn stuk voor stuk verhalen waarin zachte krachten leiden tot bevrijding.


Ik lees deze verhalen niet meer als letterlijke, historische gebeurtenissen, zoals ik dat als kind deed. Maar ik probeer wel als een kind te dromen van een wereld waarin zachte krachten het winnen van hardheid. Van landen en overheden die hun overvloed delen met klimaatvluchtelingen. Van broers die elkaar huilend vergeven en omhelzen. Van lieve vaders die hun zachtaardige zoons een prinsessenjurk cadeau doen.

bottom of page